Ik word verkouden en denk, ik ben besmet en heb ik de bewoners ook besmet?
Op de dag dat Nederland op slot gaat, heerst het norovirus op mijn afdeling. Bij een uitbraak blijft het verzorgend personeel werken met de daarbij behorende maatregelen. Andere disciplines komen dan niet op de afdeling om verdere verspreiding in het verpleeghuis te beperken.
Ik behoor tot de groep begeleiders welbevinden en werk op een afdeling met 32 bewoners met dementie, waarvan de helft relatief jong is.
Gelukkig is na een week het norovirus verdwenen. Helaas verspreidt het Coronavirus zich verder over Nederland en breekt het ook in de verpleeghuizen uit.
‘Het is muisstil op straat’
Die week bestel ik doeken en verf. Mijn conclusie: als begeleider welbevinden kom ik thuis te zitten. Niets blijkt minder waar. De begeleiders welbevinden zijn net zo hard nodig als het verzorgend personeel.
Ik fiets door de stille straten snikkend naar mijn werk omdat ik sterk het gevoel heb dat ik een bron van besmetting ben en het laatste wat ik wil is de bewoners besmetten. Wanneer ik op de afdeling arriveer, lijkt het alsof ik niet aangekondigd ben. Het verzorgend personeel kijkt me verschrikt aan. Ze doen wat ze kunnen, maar ook voor hen is dit virus onbekend.
Al snel wordt het gebruik van mondkapjes verplicht gesteld. Bezoek is niet meer toegestaan. Familie en bekenden mogen niet op bezoek komen. Dat heeft een enorme impact op iedereen. Er spelen zich emotionele drama’s af. Een familie vaart stiekem met een opblaasbootje over de sloot om toch bij hun moeder te kunnen zijn.
Face-time bellen wordt geïntroduceerd. Ik maak honderden foto’s om aan de familie te laten zien dat het goed met ze gaat. Overtuigt dat buiten zijn de beste remedie is, loop ik uren met de bewoners door de paradijselijke tuin, die mooier lijkt dan ooit. De lucht is helderblauw, er is geen geluid, geen vliegtuigen. Ik organiseer discomiddagen en we dansen, knutsel erop los, heb gesprekken en we lachen.
‘Wanneer ik binnenkom zie ik de gezichten: We gaan weer wat doen!’
Thuis denk ik aan het gevaar. Als de bewoners nu maar niet ziek worden. Ik ben toch in hun omgeving geweest. Ik vind dat fijn en zij ook, maar is het wel verstandig? Er gaat van alles door mijn hoofd.
‘Ik word verkouden en denk ik ben besmet’
Als eerste van mijn team kan ik een test doen. Het is winderig en ijskoud in de donkere teststraat in de parkeergarage onder het hotel, waar mensen volledig ingepakt in plastic naar je identiteit vragen. Al zittend in de auto duwt een arts twee wattenstaafjes in mijn neus. Eén tot aan mijn hersenen en de ander diep in mijn keel. Ik weet niet wat mij overkomt en ben volledig in shock.
Ruim een dag moet ik wachten op de uitslag: negatief. Ik haal opgelucht adem.
Wegens de hevige verkoudheid ben ik een week thuis. Het aantal besmettingen in Nederland en ook op mijn afdeling loopt helaas op. Ik ontsmet mijn handen, kom alleen in contact met mijn gezin. Spreek af op grote afstand in parken met vrienden. Ik doe mijn best om besmetting te voorkomen, mijn werkgever wil graag dat ik kom werken, dichter bij de mens die nu juist de nabijheid zo nodig heeft.
Toch krijg ik ademhalingsklachten. Ik kan niet diep ademhalen. Ik zie ons in mijn gedachten almaar elkaars lucht inademen. Na een aantal maanden ben ik naar de homeopaat gegaan. Met korreltjes vermindert het, en sindsdien heb ik geen ademhalingsproblemen meer.
Ondertussen komt er een werkzaam vaccin en wordt de zorg als eerste opgeroepen zich te laten vaccineren. Ik sta hier zeer kritisch tegenover, want misschien verandert je DNA of iets anders rigoureus in het mensdom. Het middel heeft zich op de lange termijn niet bewezen en ik wil mijn leven hiervoor niet geven.
Ik voel druk in mijn omgeving. Misschien kan ik beter ergens anders gaan werken niet meer in de zorg. Na flink beraad en slecht slapen heb ik op zondag de GGD gebeld. Maandagochtend kan ik als eerste terecht, er heeft iemand afgezegd.
Mijn collega´s hebben hartelijk gelachen, de grootste scepticus is het eerste gevaccineerde lid van het team.
Ilona is in 1989 afgestudeerd als Monumentaal Vormgeefster aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Naast dat zij als kunstenaar actief is, geeft zij schilderles en werkt zij sinds 1995 als begeleider welbevinden in een verpleeghuis. Ilona maakt symbolische tekeningen, schilderijen en maatschappijkritisch keramiek.
Tekeningen
Om het dagelijks leven te begrijpen, waar zij zich regelmatig over verwonderd, tekent zij associatief. Vanuit willekeurige lijnen en vormen ontvouwt zich een verhaal dat gedurende het tekenen, of zelfs pas de dag er na, kenbaar wordt.
Zo verschijnt het spoor in haar werk, het symbool van de tijd. Niet te stoppen komt de trein er bulderend aan. De trompet met zijn getetter is de aandacht die wordt opgeëist. De dieren kunnen zichzelf zijn, maar staan vaker symbool voor het handelen van de mens. Het water en de zee is het onderbewuste, een beweging en de bron van waar alles begint.